Gezond op de werkvloer: ‘Een eigen fitnesszaal mocht niet ontbreken’

,

Gepubliceerd in dagblad Trouw, 22 oktober 2011.

Werkgevers proberen een goede gezondheid van hun personeel op allerlei manieren te stimuleren. Want slechte gewoontes als roken, vet eten en weinig bewegen kosten geld. Maar heeft het effect? En moet je meedoen? Voor het arbeidsmarktkatern Ideale Banen maakte ik reportages over stoppen met roken bij de politie, sporten bij een vermogensbeheerder, en weightwatchen met de medewerkers van een farmaceutisch bedrijf.

Ahmed Bouyazdouzen heeft een gespierde borstkas en een bezweet gezicht. Hij is ‘senior coördinator van de afdeling excasso’ bij Mn Services, een bedrijf voor pensioenuitvoering en vermogensbeheer. In een uithoek van dat bedrijf staat hij om acht uur ‘s ochtends grote gewichten te heffen. Naast hem zitten twee mannen op roeiapparaten, om hem heen staan crosstrainers, drie hometrainers en twee loopbanden. Tussen de apparaten stellages met skippyballen en yogamatjes, even verderop krijgen drie mannen en drie vrouwen op de muziek van Lady Gaga de ‘Fit by Cycle’ spinningles van een instructrice met een paardenstaart en een rood hoofd. “Kom op, ga door”, schreeuwt ze. Bouyazdouzen komt er één of twee keer per week. “Soms na mijn werk, om te ontstressen, soms ervoor, om me voor de dag op te pompen.” Zou hij het niet hier doen, dan zou hij niet sporten, zegt hij. “Dan komt het er niet van.”

Er zijn drie groepen medewerkers, zegt Eric Boer, directeur HRM (personeelszaken) bij Mn Services. “Een groep die je nooit aan het sporten krijgt, een groep die toch wel gaat sporten en een heel grote groep die wel wil, maar altijd een excuus heeft. Die laatste groep willen wij helpen.”

Drie jaar geleden liet Mn Services daarom door het bedrijf High Five Health Promotion een complete fitnesszaal in haar gebouw inrichten, inclusief professionele sportleraren van High Five die bijvoorbeeld yogales of cardiotraining geven. Deze fitnessvoorziening kost het bedrijf 100.000 euro per jaar, de medewerkers kost het niets.

Michael Kuijper, ‘performance analist’ in strakke fietsbroek, is net klaar met zijn spinningles. “Heerlijk”, vindt hij sporten in zijn bedrijf. “Lekker efficiënt. Als je een uur hebt, kun je dat hele uur gebruiken om te sporten, je bent immers al op het werk.” Ook Adrienne Ekering, manager inkoop, is enthousiast. “Ideaal voor iemand met een fulltime baan en een drukke gezinssituatie. Ik kom hier drie keer in de week, vooral tijdens de lunchpauze. Eten doe ik wel op een ander moment, terwijl ik bijvoorbeeld een stuk doorlees. We mogen onze tijd zelf indelen.”

Tot een paar jaar geleden hield het verzuimbeleid van Mn Services in dat het bedrijf ‘in actie kwam’ wanneer een werknemer zich ziek meldde, vertelt Boer. “Dat moest anders, we wilden meer de nadruk leggen op een beleid dat ziekte voorkomt. Beweging is belangrijk om gezond te blijven, daarom begonnen we tennistoernooien te organiseren, en andere activiteiten waaraan de werknemers in hun vrije tijd konden deelnemen.” Mn Services vond dat een eigen fitnesszaal niet mocht ontbreken. “Medewerkers hebben er plezier van en ze zijn fitter, wat zorgt voor een betere bijdrage aan het bedrijf.”

Vijf jaar geleden was het aantal ziekteverzuimdagen bij Mn Services nog 7 procent van het totaal aantal werkdagen, in 2010 was dit percentage volgens Boer gedaald naar 3,3 procent. “We denken dat ons bewegingsprogramma een belangrijke bijdrage aan deze daling heeft geleverd.”

De ‘baas’ zelf fitnesst ook. Eén keer in de twee weken trekken raad van bestuur en directie gezamenlijk naar de fitnesszaal om te trainen. “We willen het goede voorbeeld geven en zichtbaar zijn”, zegt Boer. “Het is bovendien een goede manier van teambuilding voor het bedrijf. Samen sporten bevordert de sociale cohesie.”

Een ‘beetje anders’, is het wel, geeft Ekering toe. “Zwetend naast je collega’s op de fiets, en daarna met elkaar onder de douche. Ik denk dat er ook mensen zijn die om die reden hier niet komen. Door fitness leer je je collega’s ook op een andere manier kennen, dat vind ik juist leuk. Bovendien fiets ik veel harder als ik het in een groepje doe.” De collega’s proberen elkaar te stimuleren, zegt Ekering. “Er is op een leuke manier sociale controle. Die wat stevigere man heb ik samen met een collega overgehaald. Hij vond het eerst niets, maar nu wil hij zelfs aan wedstrijden gaan meedoen.”