Gruwelroute door de Domstad
Gepubliceerd in Trouw, 6 maart 2010.
De stad door de ogen van een dakloze drugverslaafde, een alternatieve toeristische toer door Utrecht Undergroud. ,,Hier gingen mensen dood; ik was erbij.”
‘Alles wat ik jullie ga vertellen is waar. Dat kan rauw op je dak komen, maar dat heb je nu eenmaal met de waarheid.” Stadsgids Léon (44) spreekt zijn groep toeristen toe voor het VVV-kantoor in de Utrechtse binnenstad. Zijn hondje Loesje heeft een geblokt dekje aan, zelf stampt Léon zijn voeten op de bevroren grond. ,,Ik zal proberen de uitlegstukken zoveel mogelijk binnen te doen, in het station ofzo, dat is warmer. Van de andere kant: die vrieskou geeft een goed beeld van de zogenaamde romantiek. Welkom in het straatleven van een drugsverslaafde. Jullie mogen alles vragen.”
Het is weer eens wat anders dan de Domtoren beklimmen, of het spoormuseum bezoeken. Sinds enkele maanden leiden ex-daklozen en -verslaafden toeristen rond in Utrecht Underground. Bedrijfsuitjes, groepen rechters, studenten, een vrijgezellenfeest uit Brabant, allemaal lopen ze met Léon of één van zijn collega’s langs de ‘highlights’ van de voormalige Utrechtse drugsscene in en rond het centraal station.
De Mariaplaats, een binnenplaatsje ooit bedoeld als kruidentuin van een klooster, is de eerste halte op Léons gruwelenroute. ,,Hier lagen mensen op stukken karton”, zegt hij wijzend op de overdekte zuilengalerij die het verlaten tuintje omringd. ,,Het was een vieze bende. Bebloede doeken van het spuiten, zwervers die plasten, mensen zonder tanden. Een echte rotplaats, en nog link ook, want het ligt afgelegen. Als je hier te pakken werd genomen, hoorde niemand je.”
Gejaagd vervolgt Léon zijn barre tocht. Met ferme passen laveert hij tussen de massa’s winkelende mensen in de binnenstad. ,,Voor ons was de stad heel anders dan voor jullie”, roept hij over zijn schouder naar de toeristen achter hem. Ze moeten snelwandelen om hem bij te houden. Langs etalages vol uitverkoop trekt de route, maar een dakloze drugsverslaafde heeft daar geen boodschap aan. ,,Het is een andere werkelijkheid”, zegt Léon. ,,Kijken jullie wel eens Animal Planet? Zoals dieren vechten om eten, zo strijden wij op straat op leven en dood om drugs.”
Op de grens tussen winkelcentrum Hoog Catharijne en het station houdt Léon halt. ,,Hier stonden de dealers, een centraal punt waar alle wegen samenkomen. Kijk eens om je heen, je ziet geen enkele horizontale wand. Lage muurtjes, vensterbanken, alles loopt hier schuin af. Om te voorkomen dat verslaafden er hun zilverpapiertjes, pijpjes, en andere benodigdheden op legden.”
Heroïne gebruikte hij, een ‘echte losersdrug’, zegt hij zelf. ,,Het onderdrukt alle lichamelijke en psychische ongemakken. Maar als het is uitgewerkt, komt alle ellende des te harder terug. Dan moet je weer ploeteren om aan nieuwe te komen. Ik was dag en nacht in touw om aan dat spul te komen. Natuurlijk had ik geld nodig, maar ik wilde mensen geen schade toebrengen. Ik weet dat iemand voor de rest van zijn leven getraumatiseerd kan raken als hij beroofd wordt. Dus dat deed ik niet. Ik stal fietsen, dan had ik het minst last van mijn geweten.”
Via zijdeuren en achterafgangetjes toont Léon de geheime plekken waar hij ooit sliep. Hij jakkert door het station, nergens blijft hij lang staan. Bij de ingang van Hoog Catharijne, achter de roltrappen, neemt hij de lift naar beneden. ,,Dit was de slaapkamer van Hoog Catharijne, de enige plek waar slapen gedoogd werd. Veel mensen durfden hier ‘s avonds dan ook niet in de buurt te komen. De uitgang van de lift werd wel vrijgelaten, omdat de politie soms kwam kijken. Verder lag het hier bezaaid met slapende mensen. Rechts waren de penthouses, daar sliepen de mensen met de meeste macht. Maar de écht slimme dealers lagen tussen de anderen, expres met vieze kleren aan. Zo vielen ze niet op.”
Utrecht was de eerste stad die het daklozenprobleem aanpakte door de daklozen simpelweg van de straat te halen. Vanaf eind 2001 werden daklozen in hostels geplaatst. ,,De stad moest wel iets doen, want de problemen waren overduidelijk zichtbaar. Wij zaten niet verspreid over de stad, zoals in Amsterdam, maar met z’n allen in en rond het station”, zegt Léon. Hij was een van de eersten die acht jaar geleden in een hostel terechtkonden.
Sindsdien gaat het goed met Léon, zegt hij. ,,Ineens kreeg ik een dak boven m’n hoofd, eten en medische zorg. Dat motiveerde mij om af te kicken, want ik wilde er graag blijven wonen. Op den duur hield ik tijd over, want ik hoefde niet meer achter die drugs aan te rennen. Toen heb ik Loesje genomen, het beste wat ik ooit heb gedaan. En ik ben bij een schietvereniging gegaan.” Hij haalt zijn mobieltje te voorschijn. ,,Kijk, hier zie je een foto van mijn pistool.”
,,Ik kan er nu voor kiezen om naar deze plekken te gaan. Ik vind het belangrijk om te laten zien hoe vreselijk het ooit was. Want het kan jullie ook overkomen, hoor. Ik had zelf ooit een fulltimebaan. Ik was machinist bij de spoorwegen en in het weekend werkte ik als roadie bij een rockband. En ik sportte veel. Ik had het zó druk dat ik ziek werd, dus ging ik aan de zelfmedicatie. Uiteindelijk beland je dan op Hoog Catharijne.”
Buiten, in een tochtige straat onder Hoog Catharijne blijft hij voor een hek staan. Het ‘hoogtepunt’ van de toer: de beruchte tunnel onder het winkelcentrum. ,,Nee, er is hier inderdaad niets te zien. Maar hier gingen mensen dood; ik was erbij. Ik heb gezien hoe hier mensen met een fietsketting werden afgeranseld, hoe iemand de borst van een ander met een glasscherf aan flarden sneed. Vrouwen waren hier eigendom van de mannen met de meeste drugs. En de forenzen kwamen hier twee keer per dag langs. Heel raar, hier was de hel, en boven ons een decadent winkelcentrum. En om half zeven ‘s ochtends kwam de gemeentereinigingsdienst alle troep wegspuiten.”
Léon is om privacyredenen een gefingeerde naam.
Utrecht Underground
Een toer door Utrecht Underground kost vijf euro, maar het staat vrij om extra fooien te geven. Geïnteresseerden kunnen bij het VVV-kantoor een wandeling reserveren voor groepen vanaf vier personen. Utrecht Underground is een project van Altrecht, de geestelijke gezondheidszorg in Utrecht, Centrum Maliebaan – een instelling voor verslavingspsychiatrie – en het VVV. Gidsen hebben een training gevolgd waarin ze leerden hoe met vervelende opmerkingen om te gaan.