‘Een groep van vijf mannen, ze hadden pistolen bij zich en messen’
Documentairemaker Kimberly Bautista maakte een documentaire over geweld tegen vrouwen. Het onderwerp kwam dichterbij dan haar lief was.
Gepubliceerd in Daily Matters, maart 2013
Wie bijgelovig is, zou kunnen zeggen dat Kimberly Bautista (28) met haar film Justice for my Sister het lot heeft getart. Als haar film fictie zou zijn, zou je kunnen denken dat Bautista werd opgeslokt door haar eigen plot.
Maar Justice for my Sister toont een alledaagse werkelijkheid, in de vorm van het verhaal van de Guatemalteekse Rebeca (34). Rebeca woont met haar bejaarde moeder en acht kinderen – vijf van haar zelf, drie van haar overleden zus Adela – in een klein huisje onder erbarmelijke omstandigheden. Iedere ochtend staat Rebeca om vier uur op om samen met moeder tortilla’s te maken, die ze verkopen. ‘s Middags, na het werk, begint Rebeca’s dagelijkse tocht langs instanties: advocatenkantoren, stichtingen voor slachtoffers, de politie, het Openbaar Ministerie. Rebeca’s zus Adela werd op 27-jarige leeftijd op gruwelijke wijze vermoord. De verdachte – Adela’s vriend – zit in voorarrest. Rebeca is vastbesloten de moordenaar van haar zus veroordeeld te krijgen.
Geen happy end
Bautista volgde Rebeca op haar driejarige strijd om rechtvaardigheid. Hoewel geweld tegen vrouwen in Guatemala aan de orde van de dag is, komt het zelden tot een rechtszaak. Van de zesduizend vrouwenmoordzaken in de afgelopen tien jaar, leidde het slechts bij 2 procent tot een veroordeling. Rebeca’s strijd laat precies zien hoe dat komt: dan weer raakt de politie Adela’s dossier kwijt, dan weer wordt de rechtszaak uitgesteld omdat nota bene de rechter ervan wordt beschuldigd zijn vrouw te hebben vermoord. Bovendien dreigen getuigen voortdurend af te haken, omdat ze worden bedreigd.
Rebeca houdt vol, en overwint. De verdachte wordt veroordeeld tot twintig jaar cel. “Ik denk dat het heeft geholpen dat wij met een internationale crew een documentaire over haar maakten”, zegt Bautista nu. “Dat gaf misschien meer zichtbaarheid en gewicht aan het proces.”
Bautista, die zelf in Los Angeles woont, keerde verheugd terug naar Guatemala om de uitspraak van het vonnis te filmen. Een happy end kreeg het verhaal niet. “De nacht voor de opnames werd er ingebroken”, vertelt Bautista. “Het was een groep van vijf mannen, misschien meer. Ze hadden pistolen en messen bij zich. Ik was met acht vrienden, we sliepen allemaal. De jongens in mijn vriendengroep werden vastgebonden en met hun gezicht tegen de grond gelegd. Ik werd verkracht. Net als een ander meisje.” Al het opnameapparatuur werd gestolen.
‘Slechts’ een verkrachting
Wat volgde, lijkt cynisch genoeg precies op de ervaringen van Rebeca en al die andere slachtoffers van vrouwengeweld, die Bautista voor haar film had gesproken. “Steeds opnieuw moesten we ons verhaal vertellen aan instanties. Terwijl ik vertelde, zaten de autoriteiten gewoon grapjes te maken. Van sommige verklaringen hoorde ik nooit meer wat ermee gedaan was. Ik was het zoveelste nummer bovenop de enorme stapel andere slachtoffers. Ik was terecht gekomen in een volkomen surreële wereld.”
“Ik weet niet of de gebeurtenis iets met Adela’s zaak te maken had. Het kan evengoed een toevallige misdaad zijn geweest. Ik ben er nooit achtergekomen.” Ze zucht, vervolgt dan: “Want er is nooit een veroordeling geweest.”
Er werden weliswaar twee verdachten geïdentificeerd en gearresteerd, maar die werden weer vrijgelaten. Ze schudt haar hoofd, alsof de frustratie daarmee verdwijnt. “De Amerikaanse ambassade had me nog gezegd dat ik een extra advocaat moest inhuren. Maar het Guatemalteekse advocatenkantoor zei: ‘Vertrouw je ons soms niet? We hebben het onder controle. Blijf maar lekker in de VS, dit is toch nog maar een prejudiciële hoorzitting.’” Bautista’s advocaat kwam echter niet opdagen. De verdachten werden vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs.
“Ik zou me nog meer kunnen verdiepen in de zaak, maar de ambassade heeft het me afgeraden. Ze zeggen dat ik dan problemen krijg.” Ze aarzelt, moet ze dit vertellen? Dan: “Het advocatenkantoor dat me vertegenwoordigde, is dezelfde als in de film: de advocaten van de alom geprezen Slachtoffers Vereniging. Die vereniging wordt op handen gedragen, maar het is me nu pas echt duidelijk hoe ze werken: als het geen moordzaak is die veel aandacht krijgt, maar ‘slechts’ een verkrachting, dan vinden ze het niet belangrijk. Ze verdienen geld aan dode vrouwen, meer niet.”
Zelf een activist
Hoe moeilijk het ook was, haar eigen ervaring maakte haar alleen maar meer vastberaden, zegt Bautista. Ze zette de Justice for my Sister actiegroep op, die lezingen geeft over huiselijk geweld en hoe je daarmee omgaat. Ook riep ze een sms-dienst in het leven, die vrouwen op een laagdrempelige manier informatie en raad geeft.
Lange tijd was ze niet van plan haar eigen ervaring onderdeel van de film te maken. “Maar onze campagne gaat over het doorbreken van de stilte over geweld tegen vrouwen. Ik kon moeilijk zelf moeilijk achterblijven.” Ze glimlacht. “Het was Rebeca die me uiteindelijk overhaalde. Aan haar heb ik heel veel emotionele steun gehad.”