”Misschien maakte ik deze film uit schuldgevoel’
Gepubliceerd in Daily Matters, maart 2014
Closed Sea reconstrueert nauwkeurig wat er gebeurde op de kleine bootjes vol vluchtelingen, die door Italië linea recta werden teruggebracht naar het onveilige Libië. Journalist Stefano Liberti: “Er heerst een soort paranoia dat we zouden worden overspoeld door migranten.”
Tachtig zwarte mensen op een klein bootje op open zee, de Middellandse Zee. Ze lachen, heffen verrukt hun handen ten hemel. Vanaf nu begint hun nieuwe leven. De beelden zijn schokkerig en van slechte kwaliteit – onmiskenbaar een cameraatje van een mobiele telefoon – maar het is duidelijk te zien: daar, op een paar honderd meter nadert een groot schip van de Italiaanse kustwacht. Nu zal alles goed komen.
“Als we een trommel bij ons hadden gehad, hadden we er van vreugde op gespeeld”, zegt één van de opvarenden later. “Sommigen deden zelfs een dansje.” De Italianen beloven de vluchtelingen naar Italië te brengen. Maar de reis duurt uren. Ineens dringt het besef door: ze gaan niet naar Italië. De vluchtelingen worden geboeid en overgedragen aan een boot van de Libische regering. In Libië belanden ze in detentiekampen, waar ze worden mishandeld.
Vluchtelingen casten
In 2009 sloot de regering Berlusconi een verdrag met de Libische leider Gaddafi, waarin ze afspraken dat Italië bootvluchtelingen op zee zou onderscheppen en ze meteen zou terugbrengen naar Libië. “Hoe die procedure precies in z’n werk ging, en wat er daarna met die vluchtelingen gebeurde, was onduidelijk”, vertelt de Italiaanse journalist Stefano Liberti. “Ze werden opgesloten in detentiekampen waar de pers niet welkom was.” Op een officiële viering van de veertigste verjaardag van het Gaddafi-regime wist Liberti te ontsnappen aan het officiële persgebeuren, en regelde hij gesprekken met Eritrese migranten. Zij gaven hem telefoonnummers van bootvluchtelingen in detentiekampen. Één van de bootvluchtelingen slaagde erin hem het telefoonfilmpje te sturen. “Toen ik dat zag, wist ik: dit moet een documentaire worden.”
Door de chaos van de Libische oorlog in 2011, konden de bootvluchtelingen uit de detentiecentra ontsnappen naar een VN-vluchtelingenkamp. Eindelijk kunnen Liberti en filmmaker Andrea Segre de Eritreërs ontmoeten. Die blijken maar al te graag aan de documentaire mee te werken. Liberti: “Het was ongelofelijk. Toen we aankwamen in het VN-kamp werden we naar een plek gebracht waar wel vijftig Eritreërs onder een boom zaten. Allemaal wisten ze wat we kwamen doen, en allemaal wilden ze hun verhaal vertellen. We konden zelfs een soort casting doen.” De vluchtelingen vertelden hoe de Italianen hen met een pistool tegen het hoofd aan de Libiërs hadden overgedragen. Ze vertelden dat ze in Libië met kettingen werden geslagen, en dat hun vrienden waren omgekomen toen ze uit wanhoop probeerden opnieuw de oversteek te maken. “Ik wil dat men weet hoeveel wij hebben moeten lijden door de Italianen”, zegt een vluchteling aan het begin van de documentaire.
“Ik voelde me schuldig, ja”, geeft Liberti toe. “Ik denk dat ik met deze film probeerde mijn schuld in te lossen. Ik had hetzelfde doel als de Eritreërs: dit verhaal naar buiten brengen, opdat deze fouten nooit meer worden gemaakt.”
Een dochter die je nog nooit hebt gezien
Bij sommige verhalen raakte Liberti persoonlijk betrokken. Semere, één van de hoofdpersonages uit Closed Sea, werd tijdens de opnames gebeld door zijn vrouw die wél in Italië was. Zij had, hoogzwanger, een paar maanden eerder dan hij de oversteek gemaakt. Liberti: “We zaten daar, drie grote mannen met camera’s, in die kleine vluchtelingentent van hem. Hij neemt de telefoon op, praat met zijn vrouw en het dochtertje dat hij nog nooit heeft gezien, en begint te huilen. Voor de film is het een geweldig moment, maar tegelijkertijd vond ik het vreselijk. Ik voelde me beschaamd, omdat het zo persoonlijk was. Maar Semere knikte ons toe; we mochten gewoon doorgaan met filmen. Op dat moment besloot ik: wat er ook gebeurt, Semere moet dat visum krijgen om zijn vrouw en kind te zien.”
“Ik heb hemel en aarde bewogen, contact gezocht met ambassadeurs en Tweede Kamerleden. Het is natuurlijk walgelijk: alleen omdat ik Italiaans ben en de juiste mensen ken, lukte het mij wél om het te regelen – terwijl hij er volgens de wet gewoon recht op heeft.”
Paranoia en schaamte
Inmiddels is Italië veroordeeld door het Europese Hof voor de Rechten van de Mens: het land mag niet hele groepen zomaar terugsturen zonder iedere asielzoeker de kans te geven op een individuele asielprocedure. Berlusconi is bovendien uit de Italiaanse regering, en Gaddafi is dood. Probleem opgelost? “Nou, nee”, zegt Liberti. “Italië wil nog steeds ‘afspraken’ maken met Libië. We streven hetzelfde beleid na, alleen in een wat mildere toon. Europa lijkt te zijn gegrepen door een soort paranoia dat ‘we’ worden overspoeld door immigranten die onze banen komen afpakken. Dat is helemaal niet zo – het gaat om duizenden, geen miljoenen – maar dat beeld is moeilijk te doorbreken.”
Toch ziet Liberti ook lichtpuntjes. “Toen minister Maroni destijds triomfantelijk beloofde dat de vluchtelingen zouden worden teruggestuurd, was 85 procent van de Italianen het daarmee eens. Maar na vertoningen van Closed Sea in Italië komen er nu geregeld mensen naar me toe die zeggen dat ze helemaal niet wisten dat de situatie van de vluchtelingen zo slecht was en het beleid zo inhumaan. Nu schamen ook zij zich.”