“Verbazingwekkend dat die rechtse jongen zo welgemanierd is.”
Wie de wereld door de ogen van de rechtse Poolse media bekijkt, krijgt een heel andere versie van de werkelijkheid voorgeschoteld dan degene die de wereld ziet door de bril van de progressief-liberale media. Ook na de val van het communisme bepaalt in Polen de machthebber het leidende verhaal in de media. Sinds de rechts-conservatieve PiS-regering aan de macht is, groeit echter de bezorgdheid daarover. Tijdens het Grote Poolse Mediadebat in maart 2018 zaten journalistieke ‘vijanden’ voor even gebroederlijk naast elkaar, maar niet voor lang.
Het lijkt een standaard debat setting: twee leren banken, vier journalisten, een debatleider staand in het midden. Ware het niet dat op iedere bank twee tegenpolen zitten. En ware het niet dat dit Polen is; er zijn maar weinig Europese landen waar de journalistiek zo gepolariseerd is als hier. Die tegenpolen spreken doorgaans niet met elkaar – laat staan dat ze ogenschijnlijk gebroederlijk een bankje delen.
“Verbazingwekkend dat die rechtse jongen zo’n welgemanierd en geciviliseerd persoon is. Beter dan verwacht, moet ik zeggen”, breekt Seweryn Blumsztajn (71) op geheel eigen wijze het ijs aan het begin van het debat over de stand van de media in Polen. Blumsztajn is in Polen een beroemdheid, vanwege zijn strijd tegen het communistische regime in de jaren ’70 en ‘80, en omdat hij in ’89 medeoprichter was van de grootste krant van Polen, Gazeta Wyborcza. Als je Polen ruwweg in twee kampen zou opdelen, dan behoort Blumsztajn tot het progressief-liberale kamp. Mensen aan ‘zijn kant’ zijn tegen de huidige regering en vaak pro-EU.
Die ‘welgemanierde jongen’ waarover Blumsztajn het heeft, is Marcin Makowski (31). Makowski behoort tot het andere kamp: rechts-conservatief, aanhanger van de huidige regering. Hij hoort Blumsztajns commentaar vriendelijk grinnikend aan; hij had het wel verwacht. Bij binnenkomst in het Warschause theater waar het debat plaatsvindt, had Makowski wat ongemakkelijk om zich heen gekeken. “Je kunt hier alleen maar vegetarisch eten. Deze plek is dus zo links als maar zijn kan”, mompelde hij afkeurend. “Maar ja”, verduidelijkte hij vergoelijkend, “alles in Polen is politiek, daar ontkom je niet aan.”
Naast Makowski op de rode bank zit generatiegenoot en tegenpool Jakub Majmurek (35). Majumurek schrijft als freelancejournalist voor kranten en tijdschriften die Makowski nooit zou lezen; Majmurek komt op plekken waar ze progressief theater maken en vegetarisch eten. Beide mannen kennen elkaar alleen van naam, kijken elkaar tijdens het debat nauwelijks aan, maar de sfeer is luchtig. Nog wel.
Ook Blumsztajn zit naast een generatiegenoot van ‘het andere kamp’: Janina Jankowska. Jankowska, gerenommeerd radio-journalist, deed net als Blumsztajn tijdens het communisme verzetswerk voor vakbond Solidarność. Beide journalisten vochten ooit voor dezelfde idealen, maar sloegen na ’89 ieder een andere weg in. Jankowska rechtsaf, Blumsztajn links.
PARALLELLE WERELDEN
Twee generaties journalisten, twee politieke kampen die liever niet in elkaars nabijheid zijn. Waarom zitten ze hier nu, naast elkaar? De aanleiding is het vijftigjarige jubileum van de protestmars die Poolse studenten in 1968 in Warschau hielden tegen de censuur van het communistische regime – een ongekende actie in die tijd. Bijna dertig jaar na de val van het communisme in 1989 is er officieel persvrijheid, maar desondanks zijn de zorgen over de staat van de Poolse media groot. De onafhankelijke Amerikaanse democratie-waakhond Freedom House beoordeelt de status van de persvrijheid in Polen bijvoorbeeld sinds een paar jaar als slechts ‘gedeeltelijk vrij’. De rechtse regering is volgens Freedom House ‘intolerant’ ten opzichte van onafhankelijke en kritische verslaggeving en de zelfcensuur van journalisten is toegenomen.
Wie de wereld door de ogen van de rechtse Poolse media bekijkt, krijgt een heel andere versie van de werkelijkheid voorgeschoteld dan degene die de wereld ziet door de bril van de progressief-liberale media. Het zijn parallelle werelden, die elkaar zelden raken, elk met hun eigen narratief. Wat blijft er dan over van de journalistiek en wat is de verantwoordelijkheid van de individuele journalist? Om die vragen te bespreken en om de parallelle werelden te verenigingen op één podium, organiseerde het IRON CURTAIN PROJECT een debat: op de jubileumdag van de strijd tegen censuur.
Er was vooraf gewaarschuwd: “Het is een bizar plan, en waarschijnlijk ook onuitvoerbaar”, zo verzekerde journalist Kamil Bałuk (28), coördinator van Instytut Reportażu, een Pools opleidingscentrum voor journalisten. Óf de tegenpolen vechten elkaar de tent uit, óf – aannemelijker – er zou geen enkele journalist bereid zijn mee te doen.
Het bleek niet overdreven. Sommige journalisten weigerden de uitnodiging. “Sorry”, schreef bijvoorbeeld Aleksandra Rybinska, een gerenommeerd journalist die voor rechtse titels werkt. “Ik ken de standpunten van de liberale Poolse media van buiten. Ik weet al wat ik ga horen, en ik weet ook wat de meer conservatieve journalist me gaat vertellen: exact het tegenovergestelde. Ik betwijfel of dit iemand zal helpen de situatie in Polen beter te begrijpen.”
Wie aan de macht is, dicteert het narratief. Dat is altijd zo geweest in Polen. Na de val van het communisme groeide de krant van Solidarność Gazeta Wyborcza – wat nota bene ‘verkiezingskrant’ betekent – uit tot de belangrijkste krant van Polen. Het werd de spreekbuis van de liberalen, medegefinancierd door advertenties van overheidsorganisaties. De krant werd gemaakt door de overwinnaars op de communisten: zij waren de nieuwe elite, zij profiteerden van het kapitalisme en zij werden almaar hoogmoediger, aldus hun tegenstanders. Gazeta Wyborcza was niet de enige: het hele medialandschap werd bepaald door de elite van Solidarność. Dat ook de publieke tv- en radio-zenders meer neigden naar de liberale standpunten van de regering dan naar de standpunten van de rechtse oppositie, bevestigt ook democratie-waakhond Freedom House. Polen kent volgens de organisatie namelijk geen traditie van onafhankelijke publieke omroep zoals bijvoorbeeld de BBC.
HET ANDERE KAMP AAN DE BEURT
En nu is na al die jaren de rechterkant ‘aan de beurt’. Sinds 2015 maakt de rechts-conservatieve partij Recht en Rechtvaardigheid (PiS in het Pools) van Jarosław Kaczyński de dienst, en het narratief uit. Maar PiS doet dat nu harder en gemener dan andere regeringen ooit gedaan hebben, klaagt het progressief-liberale kamp van journalisten als Jakub Majmurek. Kort nadat PiS de parlementaire verkiezingen in oktober 2015 won, werd het management van de publieke omroepen vervangen. Journalisten werden ontslagen, of vertrokken zelf. Sindsdien is het tv-journaal een spreekbuis van de PiS regering, schrijft ook Freedom House bezorgd in zijn persvrijheidrapport.
De taal van ’68 is terug, volgens het liberale kamp. “Die was immers ook gebaseerd op leugens en manipulatie”, stelt Majmurek tijdens het debat. Van een luchtige sfeer is op de rode banken in het Warschause theater inmiddels geen sprake meer. “Als het tv-nieuws je niet bevalt, kijk je maar naar een andere zender – dat kan namelijk in een vrij land als het onze”, sneert Jankowska, uit het rechtse kamp. “Die paniek dat Kaczyński een gevaar vormt voor de vrijheid van meningsuiting gaat er bij mij niet in.”
Jankowska, klein van stuk en fel van toon, weet maar al te goed wat het betekent wanneer de staat een monopolie op media heeft: zij werkte zelf in ’68 als jonge verslaggever bij Radio Polska. “Het zou niet eens in me zijn opgekomen om in ’68 een reportage te maken over de studentenopstanden”, vertelt ze. “Voor wie? Niemand, niemand zou het publiceren of uitzenden. Natuurlijk niet, de staat bepaalde. Tegenwoordig kun je gewoon naar een ander medium.” In de jaren zeventig ging Jankowska stiekem – naast haar ‘normale’ radiobaan – aan de slag voor de ondergronds pers, in de jaren tachtig deed ze werk voor de oppositionele vakbond Solidarność. Blumsztajn, naast Jankowska op de rode bank, was al sinds ’68 actief in het ondergrondse verzet. “Die hele strijd is voor niks geweest, mevrouw Janina”, bijt generatiegenoot Blumsztajn Jankovska toe. “Wat er nu gebeurt, is tegen de democratische regels. De publieke tv-zender is enkel bezig met propaganda en haatzaaierij. Het medium is de partij, net als toen.”
Blumsztajn krijgt zijn eigen verwijt in zijn gezicht terug. Zijn krant, Gazeta Wyborcza voert toch ook al jarenlang campagne op haar voorpagina’s, houdt Makowksi Blumzstajn voor. “Jullie publiceren manifesten en geven zelfs stemadvies.” Dat is een ander verhaal, vindt Blumsztajn. “We doen dat omdat we vinden dat de huidige regering de democratie kapotmaakt. Ik geloof niet in niet-geëngageerde journalistiek. Wij vechten voor persvrijheid. Als de overheid daartegen is, vechten wij tegen de overheid.” Majmurek, geheel aan Blumsztajns kant, doet ook een duit in het zakje: “Het is net als in een oorlog. Legers mogen vechten, maar moeten wel bepaalde regels volgen.”
Blumsztajn is op dreef. Wat Gazeta Wyborcza doet, is niet te vergelijken met hoe de rechtse media zich gedragen, zegt hij. Neem nou de rechtse krant Gazeta Polska, die vanwege de populistische en xenofobische teksten geregeld wordt vergeleken met nazi-Duitsland, “dat is gewoon ‘szmata’, een slet.” Bij dat woord begint de zaal zowel te klappen, als afkeurend te schuifelen. Eén persoon staat op en loopt weg. “Hoe zouden jullie reageren als zoiets over Gazeta Wyborcza gezegd zou worden?”, richt Makowski zich tot de klappende mensen. “Het schiet niet op als we in dit soort bewoordingen tegen elkaar praten.”
HET GESCHELD GAAT DOOR
Waar voor gewaarschuwd was, lijkt nu toch echt een beetje te gebeuren: gescheld in plaats van een gesprek. De gemeenschappelijke liefde voor de journalistiek blijkt niet in staat de politieke meningsverschillen te overbruggen. Sterker, beide kampen verwijten elkaar een bedreiging te zijn voor het geliefde vak. “Journalisten zijn in Polen al sinds ’89 té veel betrokken bij de politiek”, analyseert Jankowska. “Een echt publiek debat bestaat hier niet, want men richt zich louter tot het eigen publiek. Journalistiek zou moeten gaan over uitwisselen van gedachten, in plaats van over overtuigen.”
Toch zijn de jonge journalisten na afloop tevreden – al staan ze niet gebroederlijk samen een biertje te drinken, maar ieder met hun eigen ‘aanhang’. Ze noemen het ‘uniek’ dat ze ‘min of meer werden gedwongen’ met elkaar in gesprek zijn gegaan. Het viel hen op dat ook in het publiek beide kampen vertegenwoordigd waren. Dat gebeurt niet vaak, zegt ook medeorganisator Kamil Bałuk glunderend – hij vindt het al heel wat dat het plan überhaupt werkelijkheid is geworden.
“Ik zal hier nog vaak aan denken”, zegt Makowksi. “Want het kan dus wél, een gesprek tussen beide kampen. Mij heeft het aangezet tot denken. Wij journalisten hebben hierin allemaal een verantwoordelijkheid. Ik ga daar meer rekening mee houden.”
De volgende ochtend berichten rechtse kranten op internet in de categorie ‘schandaal’, dat Blumsztajn Gazeta Polska heeft beledigd. Makowski heeft een filmpje van Blumsztajns uitlatingen op Twitter gedeeld, met honderden reacties tot gevolg. Het gescheld gaat nog even door.